Afbeelding

metaforen_ziektes.jpg

"Metaforen voor ziektes kunnen schadelijk zijn"

metaforen ziektes schadelijk“Blijf vechten en geef de strijd niet op.” of “Helaas heeft hij de strijd tegen kanker verloren.” Het zijn twee voorbeelden van uitspraken die regelmatig worden gedaan over een ziekte als kanker. Veel mensen vergelijken een ziekte hiermee met een oorlog of een strijd. Maar is deze metafoor wel zonder consequenties?

Metaforen in ons dagelijkse taalgebruik

Metaforen gebruiken we zowel bewust als onbewust en er bestaan er inmiddels talloze van. De theorie die vaak wordt aangehouden met betrekking tot metaforen is die van Lakoff en Johnson. In ons denken zitten volgens Lakoff en Johnson grote conceptuele metaforen, zoals ‘ziekte is een gevecht’. Met zo’n metafoor praat je over iets abstracts (ziekte) in concretere bewoordingen, namelijk in termen van een gevecht. Van een conceptuele metafoor bestaan verschillende talige verschijningen. Denk maar aan het voorbeeld “Blijf vechten en geef de strijd niet op.”

Kritiek op de oorlogsmetafoor

Volgens Daniel R. George (Assistant Professor in medical humanities) is het van belang om niet meer in termen van de oorlogsmetafoor te spreken. Dit soort taalgebruik kan namelijk angst en stigma creëren volgens George. Woorden als “aanvallen” en “strijden” werken volgens George ook averechts voor ziektes die niet te verslaan zijn, juist omdat ze de indruk wekken dat het verslaan van de ziekte wel mogelijk is. Dit schept volgens hem valse hoop voor de naasten van een patiënt en voor zijn of haar verzorgers.

Een bijkomend nadeel van de oorlogsmetafoor voor ziektes is dat het een beeld schetst van winnen en verliezen. Kanker zien als een oorlog betekent namelijk niet alleen dat een patiënt kan winnen, maar ook dat iemand die overlijdt, heeft ‘verloren’. Dit suggereert dat de patiënt niet hard genoeg heeft gevochten of iets heeft nagelaten. Die vergelijking is wellichtkwetsend voor nabestaanden.

In zijn autobiografie Beter benadrukt zwemmer Maarten van der Weijden expliciet dat hij niet achter de metafoor van kanker als een strijd staat. Volgens hem hebben vooral zijn artsen het werk gedaan om hem van kanker te genezen in plaats van hijzelf. Hij stelt zichzelf eerder voor als iemand die een behandeling ondergaat dan als een strijder. Ook op die situatieschets is echter de oorlogsmetafoor te plakken. Je zou de patiënt kunnen zien als het slagveld en de artsen als de strijders.

Moeten we ons ‘wapenen’ tegen metaforen?

Volgens Gerard Steen, hoogleraar op het gebied van metaforen aan de Universiteit van Amsterdam, gebruiken mensen metaforen soms bewust om de situatie naar hun hand te zetten. Tegelijkertijd benadrukt hij het mogelijke gevaar van metaforen, ook als mensen deze onbewust gebruiken. Hij stelt dat het gebruik van metaforen de nodige voeten in de aarde heeft en streeft er daarom naar dat mensen zich tegen metaforen leren wapenen. Mensen zouden een situatie ook op een andere manier moeten kunnen zien dan zoals de metafoor het voorstelt. Zijn suggestie is om al op school meer aandacht te besteden aan metaforenleer bij vakken als Nederlands of filosofie.