Wat betekenen digitale magazines voor tekstprofessionals?

Voor schrijvende journalisten verandert er niet zo veel

De lancering van de iPad lijkt het digitale magazine een boost te geven. Wat betekent dat eigenlijk voor journalisten en andere tekstprofessionals? Moeten zij anders gaan werken, anders denken? Anders schrijven misschien? In een serie van drie artikelen verkennen we dit terrein. Na een kennismaking met denkers over digitale journalistiek praten we in deze tweede aflevering met makers van digitale customer media en publieksbladen: Wendy Bilsen en Simone Koudijs van communicatiebureau Proof Reputation en Jossine Modderman van Viva/Sanoma Media. Een voorzichtige conclusie: digitale magazines raken hun vertrouwde tijdschrift-format geleidelijk kwijt en smelten samen met andere vormen van communicatie, zoals sociale media.

Communicatiebureau Proof Reputation werd dit jaar twee keer genomineerd voor de Grand Prix Customer Media, in de categorieën ‘business-to-business’ en ‘interne media’. Het bureau maakt verschillende digitale magazines voor interne doelgroepen en publiceerde in juni van dit jaar een dossier ‘Interne digitale magazines’, waarin de do’s and don’ts op een rij werden gezet. ‘Een aantal jaar geleden zouden we een digitaal magazine hebben omschreven als een soort klikbare pdf’, staat daar. ‘Een letterlijke kopie van een gedrukt magazine waarbij vormgeving, navigatie en inhoud geheel overeenkomen met die van de gedrukte versie.’ Tegenwoordig is dat blijkbaar anders. Hoeft een digitaal magazine dan helemaal niet meer op een vertrouwd, papieren tijdschrift te lijken? ‘Mensen zijn een bepaalde routing gewend om informatie tot zich te nemen’, nuanceert Simone Koudijs, editorial consultant. ‘Je moet een digitaal magazine niet moeilijker maken dan nodig is.’

Een ‘klikbare pdf’ biedt weinig meerwaarde, vindt Wendy Bilsen, accountdirector bij Proof. Een digitaal magazine wordt volgens haar pas interessant als je gebruikmaakt van de vele interactieve mogelijkheden. ‘Voor een digitaal magazine denk je niet in artikelen maar in content. Wat past het beste bij de boodschap die je wilt overbrengen? Een tekst, een fotoreportage, een interactieve grafiek? Een ander verschil is vooral interessant voor de makers van content: in een digitaal magazine is alles meetbaar. ‘We kunnen bijvoorbeeld zien hoe vaak mensen een magazine openen, hoe vaak ze video A bekijken en hoe vaak video B. Comments en likes laten zien wat er onder de doelgroep speelt. In volgende edities spelen we daarop in. Zo sluiten we nog beter aan bij de behoefte van onze gebruikers.’

Beeld, geluid, tekst: de mogelijkheden zijn eindeloos. Moet je ze ook allemaal gebruiken? Bilsen: ‘Het gaat uiteindelijk om de bekende vragen: wie vormen de doelgroep, wat wil je zeggen? Daar zijn we bij Proof heel nuchter in. We maken magazines die mensen op hun werk lezen, dus we gebruiken geen nodeloze toeters en bellen. Een magazine moet vooral laagdrempelig en snel zijn. Je moet er ook niet te veel in willen proppen. We streven per editie naar maximaal acht hoofdschermen en vijftien subschermen. Daarboven wordt het al snel te veel.’

Zien jullie lagere kosten ook als een voordeel van digitale magazines?

Bilsen: ‘Nee, hoewel klanten wel vaak verwachten dat een digitaal magazine goedkoper en sneller is. Maar dat klopt niet. Je bespaart inderdaad op druk- en distributiekosten, maar de ontwerpkosten zijn al snel hoger.’ Koudijs: ‘Ik zie nog een ander nadeel: digitale magazines zijn veel minder flexibel. In print kun je echt alles op het allerlaatste moment nog aanpassen, ook een complete opmaak. In een digitaal magazine zit je vast aan je standaard templates. Wil je hierin veranderen, dan moet er opnieuw worden geprogrammeerd.’

Proof maakt ook papieren magazines. Hanteren jullie andere kwaliteitscriteria voor digitale magazines?

Koudijs: ‘Nee, een waardeloze foto blijft een waardeloze foto.’

Geldt dat ook voor teksten?

‘Alles moet korter, maar dat zie je ook in papieren magazines. Sla maar eens een magazine open van tien jaar geleden. In digitale magazines is die trend nog iets sterker. Het is niet verboden om lange teksten te schrijven, maar je moet ze anders opdienen, al was het maar omdat het scherm klein is. Dat geldt zeker voor de interne magazines die wij maken: met informatie over je werk voor lezers die daar niet zelf om hebben gevraagd. Daarin moeten we onze teksten anders brengen: kort, in stukken en gelaagd. Tegelijkertijd moet je het ook niet moeilijker maken dan het is; er verandert niet zo veel voor journalisten en tekstschrijvers. Wel voor eindredacteuren: het bedenken van goede, catchy koppen en streamers wordt nog belangrijker dan het al was. De concurrentie in de mailbox is veel groter dan op de deurmat.’

Wat verandert er nog meer?

Bilsen: ‘De mogelijkheden zijn groter. Dat vraagt om meer denkwerk vooraf: hoe ga je je verhaal vertellen?’ Koudijs: ‘Als de directeur een speech houdt, vat je die dan samen in tekst of maak je een filmpje? Voor dat soort vragen heb je een contentregisseur nodig, dat is wel een nieuw vak. Maar er verandert vooral veel voor vormgevers. Zij moeten weten wat er allemaal mogelijk is. In een digitaal magazine kun je veel zintuigen aanspreken.’

Moeten journalisten en tekstschrijvers ook iets van techniek weten?

Koudijs: ‘Nee. Journalisten hoeven nu toch ook niets van druktechnieken te weten?’

Ontstaat er behoefte aan redacteuren die niet alleen een artikel schrijven, maar ook foto’s maken en een filmpje schieten?

Koudijs: ‘Persoonlijk geloof ik in niet in zulke alleskunners, althans niet op niveau. Zo heel veel goede schrijvers en fotografen zijn er niet.’ Bilsen: ‘Ik verwacht juist dat expertise belangrijker wordt. Als iedereen kan fotograferen, filmen of bloggen ontstaat er behoefte aan specialisten.’

Welke trends zien jullie?

Koudijs: ‘Digitale magazines worden steeds intuïtiever en minder lineair. Ik zie ook steeds meer mogelijkheden om je eigen persoonlijke magazine samen te stellen, zoals via Flipboard [een app voor iPad – red.].’ Bilsen: ‘Daarnaast worden magazines verder geïntegreerd met intranet en sociale media.’ Koudijs: ‘Je merkt dat steeds meer medewerkers direct reageren en zich durven uit te spreken. Dat is voor ons vak heel boeiend.’

Viva HD: ‘vooral werk voor de eindredacteur’

Ook genomineerd, maar dan voor een Mercur, is de app Viva hd, die Sanoma sinds begin 2011 uitbrengt. Het is niet de eerste keer dat de Viva-app waardering krijgt in vakkringen. Al kort na de introductie dook Viva hd op in een prestigieus rijtje best magazine and newspaper apps van marktonderzoeksbureau McPheter’s & Company, dat meer dan 1.000 apps uit veertig landen bekeek. Viva eindigde op een gedeelde tweede plaats. Adjuncthoofdredacteur Jossine Modderman is nog steeds blij dat Sanoma haar redactie, samen met die van Autoweek, eind 2010 de kans gaf om een app te ontwikkelen. ‘De keuze was op ons gevallen omdat we een veelbezochte website met een groot forum hebben.’

De app Viva hd is gratis, maar voor een digitale editie van Viva moet je betalen. Wat de digitale ‘oplage’ van Viva is, wil Modderman niet zeggen, wel dat de app ruim 50.000 keer is gedownload. Net als veel andere digitale publieksbladen leunden de eerste edities van Viva hd sterk op het papieren blad. ‘Iedereen deed dat in de begintijd: een digitale versie maken, die je vervolgens aanvult met bewegende beelden en geluiden.’ Op die strategie is Modderman teruggekomen. ‘Een van onze learnings: je moet geen bestaand tijdschrift digitaal maken en vervolgens verrijken. Daar zit geen enkele logica achter. Je moet iets anders doen.’

We leggen haar een uitspraak voor van Christian van Thillo, ceo van de Persgroep. Hij vindt de iPad vanwege de schermgrootte ongeschikt om het huidige papier te vervangen. ‘Een krant verrast de lezer, laat hem dingen ontdekken die hij anders niet zou lezen. Dat behoeft meer ruimte, je moet het kunnen scannen.’ Modderman vindt de vergelijking niet terecht. ‘Een iPad-magazine moet je niet vergelijken met een papieren tijdschrift. Ik sluit niet uit dat er een generatie opgroeit die liever apps bekijkt dan tijdschriften leest, maar voor ons is het digitale magazine een toevoeging.’

De Viva-redactie maakt tegenwoordige een duidelijke scheiding. Via de app en op tijdschrift.nl kun je een digitale kopie van de papieren Viva kopen die ook in de boekwinkel ligt. Daarnaast maakt de redactie speciale digitale edities die alleen via de app Viva hd te koop zijn, zoals specials over Antwerpen of woontrends. Modderman: ‘Dat is een andere learning: niet het tijdschrift maar het merk Viva staat centraal. Daarop willen we nu voortbouwen.’ De redactie werkt aan een nieuwe app, Viva Live, die nog sterker verbonden is met het forum en sociale media zoals Facebook en Twitter. ‘Wie via Viva HD een magazine koopt, blijft vervolgens twee weken weg. Pas dan verschijnt de nieuwe editie. Met Viva Live willen we lezers sterker aan ons binden. We zorgen ervoor dat de tone of voice dankzij de selectie van nieuwtjes en foto’s heel erg Viva blijft. Magazine 2.0 noem ik dat.’

Hebben jullie een aparte redactie voor Viva HD?

‘Nee, onze redacteuren en freelancers werken voor het tijdschrift en de app. We hebben wel een vormgever die fulltime bezig is met de app. Dat komt doordat het magazine apart moet worden vormgegeven om het digitaal te kunnen aanbieden. Daarom is het ook zo duur om te maken. Men wil zich hierin wel eens vergissen. Er wordt gedacht: ik hoef nu geen bladen meer te drukken en vervoeren. Maar ze vergeten dat er veel extra werk nodig is. Toen we met Viva hd begonnen, werd het blad drie keer opgemaakt: eenmaal voor papier en tweemaal voor de iPad, staand en liggend. Met dat laatste zijn we gestopt. Je kunt de Viva digitaal alleen nog in liggend formaat lezen. Anders wordt het te duur.’

Jullie schakelen geen journalisten in die gespecialiseerd zijn in digitale media?

‘Nee, voor schrijvende journalisten verandert er niet zo veel. Ze hoeven eigenlijk niet anders te schrijven voor een digitaal magazine. Op een website moet dat wel: daar met alles to the point en informatief zijn. In een magazine kun je zo veel schermen maken als je zelf wilt. Het is veel meer een kwestie van vormgeving. Als we redacteuren of fotografen op pad sturen, vragen we ze wel om iets extra’s te maken dat we voor de app kunnen gebruiken: een filmpje, een 360-gradenfoto, een geluidsfragment…’

Nemen jullie teksten een-op-een over uit de papieren Viva?

‘Nee, die laten we bewerken door de eindredacteur. Die heeft een artikel vaak al moeten inkorten voor het blad en moet dat voor de app nog een keer doen, zodat een stuk tekst mooi op het scherm past. Vervolgens kun je zoveel schermen met tekst maken als je wilt. Het gevolg is wel dat de lezer naar beneden moet blijven scrollen. Liever ‘knippen’ we teksten op: één groot beeld op een scherm en door te ‘touchen’ op bepaalde plekken, popt de tekst op. De productie zit dus ‘achter’ een scherm. Zo maak je optimaal gebruik van touch & swipe.’

Wat moet de eindredacteur nog meer doen, behalve inkorten?

‘De eindredacteur zal misschien wat meer streamers en tussenkoppen moeten maken. Lezers nemen de inhoud op een andere manier in zich op. Dat betekent ook dat we bijvoorbeeld andere coverteksten maken, die duidelijk maken dat je ze kunt aanraken of swipen. We geven wel eens iets weg, een pas verschenen boek bijvoorbeeld, maar dat zou ik in de papieren Viva niet snel op de cover zetten. In een digitaal magazine is dat veel aantrekkelijker omdat je lezers meteen kan laten doorklikken en bijvoorbeeld een fragment uit het boek kunt aanbieden. Coverteksten voor het blad zijn gericht op mensen die langs de schappen in een boekwinkel lopen. Op een iPad mag het allemaal iets dynamischer.’

Grand Prix: geen 100% digitale inzendingen

De Grand Prix Customer Media, een samenwerking van Logeion en Smin, heeft geen aparte categorie voor digitale media. Smin, de branchevereniging voor producenten van customer media, had voorheen wel een ‘Best of Customer Media’, zegt Bert Groothand, Hoofd Internal Branding en Communicatie Advies bij SNS REAAL en voorzitter van de jury die de Grand Prix voor interne media uitreikt. ‘Toen Smin besloot samen te werken met Logeion, hebben we besloten om geen aparte categorie meer te gebruiken voor digitale media. We beoordelen een magazine op de effectiviteit: welk communicatiedoel wordt ermee nagestreefd? Daarbij gaat het niet om het medium, papier of digitaal, maar om de mix en de kruisbestuiving over en weer.’ Onder de 28 inzendingen voor de categorie ‘interne media’ bevinden zich geen uitingen die alleen digitaal worden uitgegeven. Groothand ziet digitale media steeds volwassener worden. ‘Vroeger kon je nog wel roepen dat je een digitaal magazine had als je een pdf liet maken van je blad. Maar dat is onzin.’ Het is volgens hem ook achterhaald om alleen in papier of alleen digitaal te denken. ‘Aan de inzendingen zie je dat veel bedrijven hun doelen crossmediaal willen bereiken.’