Afbeelding

Vrouwen sprinten op een renbaan

Afbeelding: Unsplash

Nederlands, Nederlandser & Nederlandst

Ik word zelf altijd een paar procentjes Nederlandser als ik naar de Olympische (of voor sommigen: Olumpische) spelen zit te kijken. Sporten waarvan ik eigenlijk niet eens wist dat ze bestonden, leiden ineens tot hartkloppingen als er een sportman of sportvrouw met een oranje pak tussen zit. Zwemmen op open water? Ge-wel-dig. Hockey? Vooral de dames! En 10.000 meter is toch echt mooier dan 1500, eigenlijk? Ik kan er niks aan doen, het is gewoon mooi als ‘wij’ winnen, nietwaar?

'Zo zie je maar weer dat sommigen blijkbaar liever hardnekkig hokjesdenken dan winnen. Jammer.'

Die winst van ‘ons’ of soms ook ‘ons’ verlies blijft toch een beetje een vreemd fenomeen. Precies op dat soort emotionele momenten kun je het menselijk brein op zijn raarst in actie zien en dat hoor je ook goed terug in taal. Juist bij winst of verlies is het interessant om je oren te spitsen: met welke woorden wordt dat uitgedrukt? Een paar dingen vallen dan op.

Winst is van ons

In de eerste plaats is het opvallend vaak ‘onze’ winst, maar ‘hun’ verlies. Winst danken we aan een soort groepssucces, terwijl we verlies het liefst op andermans conto schrijven. Zo lees ik op AD.nl over Dafne Schippers: ‘De Spelen werden een groot drama voor het Utrechtse sprintwonder’. Haar drama, niet per het onze. Of nou ja, misschien een beetje voor Utrecht. Verderop in het artikel staat ook dat ze een herkansing kreeg op de estafette. Opnieuw hier niet ‘wij’, maar ‘zij’. Wie nog niet wist hoe deze wedstrijd is afgelopen, kan die conclusie nu zelf trekken uit dit ene woordje


In 2021 schreef Sarah Gagestein dit artikel over nationalisme in taalgebruik voor Tekstblad 2021, jaargang 4. Niets missen in de wereld van tekst en communicatie? Word abonnee van Tekstblad!


Winst en verlies binnen een gewenst frame

In de tweede plaats zijn we ook goed in het mentaal maximaliseren van winst- en verlieslogica. Sporten waar we goed in zijn, die maken we bijvoorbeeld belangrijker in ons hoofd. Weer op AD.nl: ‘Nederland is een waterland en dat zagen we ook weer deze Spelen. Ondanks dat de roeiploeg geplaagd werd door coronaproblemen wisten ze toch te schitteren’. Deze winst die telt, want die vertelt ons wie we zijn. In dat kader ook deze kop op Nu.nl: ‘Handbalsters Oranje-beul Frankrijk veroveren eerste olympische titel’. Fijn dat Frankrijk tenminste gewonnen heeft, dat maakt dat we van hen verloren minder lullig.

Hoe Nederlands is de winst?

In de derde plaats een pijnlijk puntje. Want ‘wij winnen, zij verliezen’ geldt blijkbaar niet voor iedereen als het om Sifan Hassan gaat. Dat kwam bij de beslissing om nationale held Sifan de vlag te laten dragen op de sluitingsceremonie helaas weer bovendrijven in de uithoeken van het publieke debat. Een reactie op Nu.jij: ‘Hassan gaat bij voorkeur om met de Ethiopische gemeenschap in Eindhoven, spreekt Nederlands als Romario en is het grootste deel van haar leven in de VS tegenwoordig’. Nou ja zeg, ze wint bijna alles, is het nog niet goed.

Een wat raar gevoel kreeg ik ook bij de vraag van een journalist of ze de Snollebollekes kende. Zijn hit had blijkbaar in het stadion tijdens de race opgestaan. Dit fragment kwam eerst online met de titel: ‘Sifan Hassan na goud: ‘Snollebollekes? Nee die ken ik niet’. Na aardig wat publiek commentaar, kreeg de video een nieuwe titel: ‘Hassan na gouden race: moet medaille zien om het te geloven’. Lijkt me wat relevanter. Zo zie je maar weer dat sommigen blijkbaar liever hardnekkig hokjesdenken dan winnen. Jammer.


In 2021 schreef Sarah Gagestein dit artikel over nationalisme in taalgebruik voor Tekstblad 2021, jaargang 4. Niets missen in de wereld van tekst en communicatie? Word abonnee van Tekstblad!