Afbeelding

Hoera geslaagt - taalfout

Taalblunders en taalparels

Hoe geef je de tekstschrijvers autoriteit en hun werk toegevoegde waarde? Door het risico op taalfouten als schrikbeeld neer te zetten? Dan moet er nog wel een plan zijn om ook een positieve boodschap uit te stralen, zo stelt Rob Visser.

Stel je maakt een geniale tekst die lezers in vervoering brengt en de opdrachtgever tonnen extra omzet oplevert. Maar er staat een taalfout in. Is dat erg? Je kunt zeggen van niet omdat het de meeste lezers ontbreekt aan tijd en motivatie om erop te letten. De tekst heeft toch goed gewerkt? Je kunt ook zeggen van wel. Met één sarcastische tweet die viraal gaat, heb je de poppen aan het dansen.

Wanneer je een tekst ziet met een taalfout, hoop je dat het nog lang duurt voordat je zelf aan de beurt bent en een opdrachtgever briesend aan de telefoon hangt. Volgens een artikel op nu.nl twijfelt driekwart van de hoogopgeleide Nederlanders over het aangaan van een zakelijke relatie met iemand die spelfouten maakt (1). Daar staat tegenover dat volgens hetzelfde artikel slechts dertien procent van de respondenten collega’s en zakenpartners heeft die foutloos schrijven.

Reputatieschade

Tekstschrijver Albert Lubberink schreef een blog dat plaatsvervangende schaamte oproept: over een flyer van een talenfestival waar veel taalfouten in staan (2). Dat is natuurlijk geen reclame voor het festival en voor het vak van tekstschrijver. Fouten zijn schadelijk voor de reputatie, zeker als het taalfouten zijn en je van taal je vak hebt gemaakt.

Fouten maken mag dan menselijk zijn, professioneel is het allerminst. Professioneel is wel dat je bij een blunder niet in paniek raakt: je neemt verantwoordelijkheid, biedt excuses aan en zegt wat je ervan geleerd hebt. Managementgoeroes roepen dat iedere klacht een kans is. Het spijt me voor de cynici: ik geloof daarin.

Nieren proeven

Zonder wrijving geen glans, zonder botsing weet je nooit wat je echt aan elkaar hebt. Dat geldt voor je partnerrelatie net zo goed als voor de keuze van de groenteboer en de relatie met een opdrachtgever. Dat kan confronterend zijn, maar ook verhelderend. Een rimpelloze relatie is heel zeldzaam, vroeg of laat gaat er een steen in de vijver: een misverstand of een fout, ergens tussen briefing en aanlevering. Ben je nog zonder zonden, werp dan gerust een keer zo’n steen.

Het eerste voordeel van taalfouten is dus dat je elkaars nieren kunt proeven. Ten tweede is er humor: de maandelijkse rubriek Ruggespraak in Onze Taal bevat een amusante verzameling taalfouten van journalisten en tekstschrijvers. In de loop der jaren heeft Ruggespraak mijn lachspieren stevig in beweging gebracht. Zo had een vakgenoot bij een maaltijdbezorger bedacht om de klanten te laten weten ‘We zitten bovenop je bestelling’. Een werkgroep van een ministerie belooft op de eigen website de samenleving te zullen ontregelen. En een uitvaartverzorger laat weten dat klanten na overlijden een hotelbon ontvangen. De Facebook-pagina van Taalvoutjes (3) toont dagelijks nog meer hilarische voorbeelden.

Bord met taalfout
Handgeschreven fouten zijn de ergste niet (bron: Taalvoutjes op Facebook).

Fout of mysterie?

Een derde voordeel van taalfouten is extra aandacht. Volgens taalcolumnist Jean-Pierre Geelen in de Volkskrant maakt Fonq hier gebruik van (4). De uitleg van het postorderbedrijf over de leus ‘Fonq, vind jouw mooi’ bevat enkele kronkels. Daarmee lijkt het alsof de aandacht toch niet wordt getrokken door de taalfouten, maar vooral door het kweken van een mysterie daaromheen. Of deze opzet slaagt, is natuurlijk de vraag.

Advertentie Lexa met taalfout
Door middel van een taalfout zegt datingsite Lexa dat je niet perfect hoeft te zijn om te daten.

Een vierde voordeel van taalfouten kan zijn dat ze een stukje van de boodschap overdragen. Dat is de pretentie van datingwebsite Lexa die advertenties plaatst met taalfouten (5) onder het motto ‘je hoeft niet perfect te zijn om te daten’. Hetzelfde deed Unicef, dat een advertentie met een spelfout6 plaatste en in een volgende advertentie vroeg of deze was opgemerkt. De boodschap: dan ben je naar school geweest en weet je hoe belangrijk dat is voor een kind.

Reclame van Unicef 'geslaagt'
Unicef gebruikt een taalfout om de boodschap over te dragen.

 

Vals spelen

Als een bedrijf bewust fouten gebruikt om aandacht te krijgen (Fonq) of een boodschap over te brengen (Lexa en Unicef), kan dat effectief zijn. Waarschijnlijk kan een goede keuze hierbij niet gemaakt worden zonder advies van een professionele tekstschrijver. Zoals alleen een vakbekwame muzikant in staat is goed vals te spelen.

Het vijfde voordeel is dus omzet voor tekstschrijvers: een bewuste toepassing van de taalfout als stijlmiddel is niet denkbaar zonder vakbekwaamheid. En dan gelijk voordeel nummer zes: een opdrachtgever die taalfouten wil voorkomen, kan niet zonder professionele ondersteuning. En dat is in financieel opzicht waarschijnlijk het belangrijkste voordeel.

Iedereen kan zingen, koken en schrijven

Zoals het risico dat een fiets wordt gestolen de verkoop van fietssloten stimuleert, zo betekent het risico op taalfouten omzet voor tekstschrijvers. Omdat het menselijk brein nogal eens geneigd is risico’s verkeerd in te schatten, kan dat een sterke invloed hebben op de noodzaak die opdrachtgevers toekennen aan het belang van een tekstschrijver.

Soms zijn opdrachtgevers een beetje overmoedig. Ze denken dat iedereen kan schrijven. Dat is ook zo: als het in de huiselijke sfeer blijft, kan iedereen zingen, koken en schrijven. Maar buitenshuis is het anders, dan kun je zingen beter overlaten aan een zanger, koken aan een kok en communicatie aan een professional in dat vak.

Onderbouwd advies

De reputatie van het vak van tekstschrijver is een communicatievraagstuk. Het oplossen daarvan behoort tot ons vakgebied, omdat we in staat zijn tot het geven van een onderbouwd advies over de manier waarop een boodschap de doelgroep bereikt. En waarom zouden we dat niet kunnen doen voor onszelf?

De doelgroep bestaat bij dit communicatieprobleem uit opdrachtgevers die hun reputatie te grabbel gooien door te beknibbelen. We moeten dus aantonen hoe riskant dat is en dat een professioneel gemaakte tekst een veelvoud waard is van de kosten.

Negatief trekt aandacht

Dat een winkelbediende zich verschrijft op een reclamebord kan een keer gebeuren. In druk of online is een fout slordig en schadelijk. Hoe maken we de markt daarop attent? Ik ga uit van het spreekwoord dat ik onlangs hoorde tijdens een presentatie van Jeanine Mies: ‘Als je aandacht wilt, noem dan iets negatiefs – als je medewerking zoekt, benoem dan het positieve.’ Om aandacht te krijgen voor de toegevoegde waarde van een professionele tekst moeten we eerst iets negatiefs zeggen en daarna laten zien wat een tekstschrijver kan betekenen. Mijn voorstel is dat vanuit tekstschrijvers een Jaarprijs voor Professioneel Taalgebruik wordt toegekend aan een taalblunder en een taalparel. De taalblunder trekt aandacht, zodat opdrachtgevers beseffen dat het risico op taalfouten geminimaliseerd moet worden. De taalparel is een toonbeeld van professionaliteit, een trofee die aantoont dat goed taalgebruik veel extra naamsbekendheid en prestige oplevert.

Dramatische voorbeelden

Nodig is dat de toekenning van de prijzen transparant en degelijk verloopt. En dat bij elke uitreiking van de prijzen wordt aangetoond dat er dramatische voorbeelden zijn van hoe het niet moet en tevens schitterende voorbeelden van hoe het wel moet. Sterke staaltjes uit beide categorieën garanderen publiciteit in alle media. Dit gaat natuurlijk alleen op als er voldoende inzendingen binnenkomen, ook dat hebben we trouwens in eigen hand.

In aanmerking komen alle soorten professionele teksten, van billboards tot jaarverslagen en van persberichten tot brochures, werkinstructies en whitepapers. Het hele jaar door kunnen taalblunders en taalparels worden ingezonden. Door iedereen: door tekstschrijvers, opdrachtgevers, klanten, medewerkers, taaldocenten en ook door concurrenten die een branchegenoot willen ophemelen of neersabelen. De in te zenden passage moet in lengte beperkt worden tot, bijvoorbeeld, 30 woorden. Dus niet het hele jaarverslag, ook al staat dat vol fouten, maar de passage met de meest dramatische flaters.

Scores toekennen

De beoordeling gebeurt in eerste instantie door een panel van tekstschrijvers die hebben aangetoond over voldoende professionaliteit te beschikken, bijvoorbeeld omdat ze lid zijn van Tekstnet. Zij loggen in op de website en krijgen dan de inzendingen te zien waar ze scores aan toekennen voor duidelijkheid, taalkundige juistheid, leesbaarheid, effectiviteit en voorbeeldwerking. Dit laatste betekent dat een inzending navolging verdient. Of juist niet; door reputatieschade of extra kosten voor nieuw drukwerk of het geven van uitleg aan bellende klanten.

De vijf hoogst scorende deelnemers zijn genomineerd voor de taalblunder en de taalparel. Een jury bestaande uit opdrachtgevers, taalkundigen en bij voorkeur een bekende Nederlander maakt de keuze. In het juryrapport worden de scores vermeld en wordt ook ingegaan op trends als ‘dit jaar veel dt-fouten’.

Publiciteit voor professionaliteit

Ik denk dat op deze manier een formule is gevonden om op een robuuste en transparante manier de waarde van een professionele tekstschrijver in de publiciteit te laten doorklinken. Er moet nog bedacht worden wat te doen als de taalparel wordt gewonnen door een doe-het-zelvende manager of de taalblunder door een bestuurslid van Tekstnet. De verantwoordelijkheid om daar eerlijk en volwassen mee om te gaan kan in elk geval geen bezwaar zijn om dit project te gaan organiseren.

Behalve zes voordelen hebben taalfouten ook nog een bonus in petto: foute woorden. In de loop van de geschiedenis zijn sommige woorden besmet geraakt, ook al waren ze ooit toonbeelden van respect en zorgvuldigheid. Taalkundigen noemen dit de eufemismetredmolen. Zo werd de vroegere poetsvrouw – via werkster, schoonmaakster en huishoudelijke hulp – uiteindelijk interieurverzorgster. De nieuwste benaming luidt: interieurhygiëniste. Ook woorden als gehandicapte en gastarbeider hebben dit proces ondergaan.

Nieuwe woordenwijn

Tekstschrijvers zijn bij uitstek deskundig om rond deze woorden een advies of een alternatief te geven dat respectvol is, leesbaar en duidelijk (niet eufemistisch). Dit is een activiteit vanuit maatschappelijke verantwoordelijkheid, het levert niet direct omzet op. Wel is het een dankbare taak die de reputatie van het vak ten goede komt om de taalgebruikers te ontlasten van de plicht om telkens nieuwe woordenwijn in oude zakken te doen. En het geeft ons vak nog iets meer gezag.

Over de auteur

ROB VISSER is tekstschrijver en tekstadviseur (communicadans.nl).

Noten

1 https://tinyurl.com/tb-werkvloer
2 https://tinyurl.com/tb-taalfestival
3 facebook.com/taalvoutjes
4 https://tinyurl.com/tb-aandacht
5 https://tinyurl.com/tb-bewuste-taalfout
6 https://tinyurl.com/tb-spelfout

Dit artikel is eerder verschenen in Tekstblad editie 4 van 2019.