Drie woorden waarmee je de resultaten van jouw tekst kunt beïnvloeden

Zelfs kleine woorden kunnen een groot effect hebben op hoe je boodschap bij de ontvanger aankomt. Het is voor tekstschrijvers dus goed om rekening te houden met de processen die ons brein doorgaans doormaakt wanneer het bepaalde woorden leest. Tekstspecialist Nicol Tadema licht speciaal voor Tekstblad drie woorden uit die groot effect hebben op je communicatie, naar aanleiding van haar boek De 7 magische woorden.

Door Nicol Tadema.

Professioneel

In taal kunnen de allerkleinste verschillen een groot effect hebben op hoe jouw boodschap overkomt op de lezer. Met te veel populair taalgebruik, uitroeptekens en overmatig gebruik van de capslock-button kan je lezers afschrikken. Een spatie te veel of te weinig? Tsja, wat is het verschil tussen een ‘hondenkussen’ en ‘honden kussen’? Een spelvaut? Dat kan ervoor zorgen dat je onprofessioneel overkomt. Wist je trouwens dat de meest gehekelde spelfout in Nederland zou zijn ‘me’ in plaats van ‘mijn’ of ‘m’n’? Wat ook effect heeft op hoe jouw boodschap overkomt op de lezer is als je extreem lange zinnen presenteert. En dan zijn er ook nog eens magische woorden waarmee je de resultaten van jouw tekst kunt beïnvloeden.

Maar

Neem bijvoorbeeld ‘maar’. Dit woord kent een negatieve associatie in ons brein. Zo heftig zelfs dat er geruchten zijn dat de methode NLP ‘maar’ ooit als woord heeft verboden. En die geruchten komen niet zomaar uit de lucht vallen. Denk er eens over na. Hoe vaak hoor jij aan de manier hóé een compliment wordt gebracht dat er een dikke vette maar aankomt? Dus nog terwijl jouw gesprekspartner het compliment uitspreekt, hoor je minder goed wat er wordt gezegd. Dit komt omdat jij jezelf in je brein afvraagt: ‘wanneer komt de maar én welk slecht nieuws volgt er ná het woord maar?’ En dat terwijl je het voegwoord vaak kan vervangen door ‘en’. Of vervang het door een punt en start een nieuwe zin.

Niet

Dan is er het woord ‘niet’. Het woord zorgt voor een bepaalde alertheid in het brein waardoor de focus ligt op alles wat je ná dit woord schrijft. Dus bij ‘denk niet aan een roze olifant’, stampt er een roze olifant nog een tijdje door ons brein. Over het brein gesproken, het heeft een beperkte opslagcapaciteit én legt automatisch en vliegensvlug verbanden. Dus als iemand tegen jou zegt: ‘Cleo is niet agressief’, dan hoor je heel goed wat er wordt gezegd. Toch verdwijnt de precieze formulering al snel naar de achtergrond. Grote kans dat het brein kiest om in dit geval het bijwoord ‘niet’ te deleten en om alleen de 2 hoofdwoorden op te slaan: ‘Cleo’ en ‘agressief’. En dat is waarom jij vanaf nu Cleo associeert met ‘agressief’. Loop je haar tegen het lijf? Waarschijnlijk ontstaat er een automatische schrikreactie. En terwijl je dat ervaart geef je jouw brein de opdracht om die automatische reactie tegen te gaan. Zo kost het best wat energie om jouw brein ervan te overtuigen dat Cleo niet agressief is.

Omdat

Nog zo’n magisch woord dan. Het is ‘omdat’. Benieuwd hoe je met dit 5-letterwoord de resultaten van jouw tekst kunt beïnvloeden? Het is in elk geval erg eenvoudig. Alles wat je ná het woord schrijft wordt al snel als waarheid aangenomen. Op het moment dat je dan ook vertrouwen wil wekken in tekst, is het verstandig om ‘omdat’ bewust in te zetten. Dit in tegenstelling tot het woord ‘want’ waarbij ons brein ervan uitgaat dat er een suggestieve reden volgt. Dat die subjectiviteit iets met ons doet bleek uit onderzoek, bij het lezen van het woord ‘want’ ontstaat een vertraging tijdens het lezen.

In haar nieuwe boek De 7 magische woorden onthult auteur Nicol Tadema nog eens vier andere magische woorden. Meer weten? Lees hier meer over het boek!