Afbeelding

Foto: Pixabay
Hoe gebruik je de puntkomma?
Het lijkt alsof de puntkomma een identiteitscrisis heeft. Is het een komma of is het een punt of een beetje van beide? Misschien komt het daardoor dat we dit handige leesteken rondstrooien als confetti in een tekst. Wanneer gebruik je het wel en wanneer niet? We vertellen het je aan de hand van een interessante TED-ed gemaakt door journalist Emma Bryce.
De verhelderende taak van de puntkomma
Een puntkomma is sterker dan een komma, maar benadrukt minder erg een einde dan een punt. Zie het als een leesteken die voorziet aan de behoefte daartussenin. Het is een fijne manier om te verduidelijken in een zin die al vol staat met komma’s. Bijvoorbeeld:
Puntkomma’s: als je ze net gebruikt, lijken ze intimiderend, daarna worden ze verhelderend, en uiteindelijk, zo zal je merken, val je voor deze heerlijke leestekens.
De hoeveelheid komma’s maakt dat het onduidelijk is welk deel van de zin bij wat hoort. Daarvoor kan de puntkomma helpen.
Puntkomma’s: als je ze net gebruikt, lijken ze intimiderend; daarna worden ze verhelderend; uiteindelijk, zo zal je merken, val je voor deze heerlijke leestekens.
De verbindende taak van de puntkomma
De andere manier om de puntkomma te gebruiken is om twee zinnen te verbinden die wel met elkaar te maken hebben. Bijvoorbeeld:
De puntkomma was ooit een groot mysterie voor mij. Ik had geen idee waar ik het moest plaatsen.
Hier is technisch gezien niets mis mee. De zinnen kunnen op zichzelf staan, maar stel dat je deze zinnen terugvindt tussen andere zinnen in die allemaal eindigen in een punt? Dan wordt het een monotoon verhaal. In dat geval brengt een puntkomma niet alleen variatie in je tekst, je verbindt ermee ook nog eens de twee zinnen die met elkaar te maken hebben. Dit werkt dan veel beter:
De puntkomma was ooit een groot mysterie voor mij; ik had geen idee waar ik het moest plaatsen.
Wanneer gebruik je de puntkomma niet?
Er zijn twee gouden regels wanneer je niet kiest voor een puntkomma:
1. Als de verbinding tussen de twee zinnen mist. Dus niet: De puntkomma was ooit een groot mysterie voor mij; ik ben gek op sandwiches. Dan kies je voor een punt.
2. Wanneer een nevenschikkend voegwoord volgt zoals ‘en, maar, noch, of, dus’. Dan gebruik je eerder een komma. Wel kan een puntkomma zo’n voegwoord vervangen. Bijvoorbeeld: De puntkomma was ooit een groot mysterie voor mij, maar nu gebruik ik het vaak. In dit geval kan de zin worden: De puntkomma was ooit een groot mysterie voor mij; nu gebruik ik het vaak. Handig om je zinnen mee te verkorten of om variatie toe te voegen in je tekst.
Met een puntkomma kan je dus voor verheldering zorgen en de stijl van je tekst variëren. Een ondergewaardeerd leesteken dus.
Bekijk de hele TED-ed hier: