Afbeelding
Waar plaats je een afbreekstreepje?
Een afbreekstreepje is een ideale oplossing als een zin te lang is om op een regel te passen. Je kunt dit afbreekstreepje alleen niet overal in de zin zetten. Soms kan zelfs de betekenis van een woord veranderen door zo’n streepje, zoals in ‘doord-ringen’. Daarom bestaan er een aantal regels voor het gebruik ervan. Wij zetten de belangrijkste regels uit Renkema’s Schrijfwijzer voor je op een rij.
1. Regel voor samenstellingen
Bij een samenstelling is het eenvoudig: je zet een afbreekteken tussen de twee samengestelde delen. Het is dus bijvoorbeeld ‘toe-komst’ en ‘slaap-kamer’. Als er in een samenstelling een tussenletter staat, dan blijft die bij het eerste deel van de samenstelling, zoals in ‘plannings-medewerker’. Als een samenstelling al een koppelteken bevat, dan fungeert dat streepje meteen als koppelteken. Dit geldt bijvoorbeeld voor ‘Noord-Brabant’.
2. Regel voor afleidingen
Bij een afleiding komt het afbreekstreepje na een voorvoegsel (‘ver-huisd’) of voor een achtervoegsel (‘fiets-je’) te staan. Dit houdt in dat het grondwoord bepaalt waar het afbreekteken komt te staan.
3. Regel voor achtervoegsels met een klinker
Bij achtervoegels die beginnen met een klinker komt de laatste medeklinker vóór het achtervoegsel na het afbreekteken te staan. Het is dus bijvoorbeeld ‘medelij-den’ in plaats van ‘medelijd-en’, maar ook ‘leeu-win’ in plaats van ‘leeuw-in’. Volgens Renkema zijn er wel een aantal uitzonderingen, namelijk bij het achtervoegsel ‘-achtig’, of ‘-aard’ en bij een grondwoord dat eindigt op een medeklinker + ‘-st’.
Als tekstschrijver of communicatieprofessional op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen?
Dan is Tekstblad jouw lijfblad. Want Tekstblad is hét tijdschrift over tekst en communicatie. Van de speeches van Mark Rutte en de nieuwste inzichten in SEO tot de joviale toon waarop bedrijven als Etos en IKEA klanten aanspreken. En het blad wordt gemaakt door communicatiewetenschappers, schrijftrainers en tekstschrijvers. Kortom, onmisbaar voor iedere communicatieprofessional en tekstschrijver.
Eerste jaar meer dan 50% introductiekorting èn een welkomstcadeau bij een abonnement!
4. Regel voor tussen klinkers
Tussen twee klinkers mag alleen een afbreekstreepje komen te staan als de klinkers niet samen één klank vormen (denk aan: ‘eu’, ‘aa’ en ‘oe’). Wel toegestaan zijn dus afbrekingen als ‘hy-ena’ en ‘ide-aal’.
5. Regel voor lettergrepen van één klinkerteken
Als een lettergreep maar uit één klinkertekken bestaat, dan is het niet toegestaan om die klinker (of dit nu een enkele of een dubbele klinker is) los te laten staan door een afbreekstreepje. Zo is ‘au-to’ niet mogelijk en is ook ‘aline-a’ niet correct.
6. Regel voor medeklinkers
Als medeklinkerletters niet direct opeenvolgend zijn, dan is het de bedoeling om zodanig af te breken dat zoveel mogelijk klinkerletters na het afbreekstreepje komen te staan. Renkema noemt als voorbeelden onder andere ‘re-glement’ en ‘en-thousiasme’.
7. Regel voor Griekse en Latijnse samenstellingen
Voor Griekse en Latijnse samenstellingen geldt een aparte afbreekregel. Dit houdt in dat samenstellingen en afleidingen van Latijnse en Griekse woorden die niet meer herkenbaar zijn als afkomstig uit die talen, worden afgebroken volgens regel 6. Meestal gaat er dan ook één medeklinkerletter mee naar het deel na het afbreekstreepje. Het is dus bijvoorbeeld ‘autoch-toon’ in plaats van ‘auto-chtoon’. Wel merkt Renkema op dat dit soms een lastige regel is om toe te passen. Zo is ‘trans’ in ‘transito’ niet herkenbaar, maar in ‘transactie’ wel. Daarom is het ‘tran-sito’, maar wel ‘trans-actie’.
Bron
Renkema, J. (2002). Schrijfwijzer. Den Haag: Sdu Uitgevers.