Afbeelding

genderneutraal_schrijven.png

Genderneutraal schrijven: ja of nee?

Genderneutraal schrijven columnRegelmatig zie ik de worstelingen van studenten voorbijkomen in mijn werk. ‘Een winkelmedewerker moet kunnen tellen. Hij of zij...’ Verwijs je nu naar een zelfstandig naamwoord met ‘hij’? Of kies je voor ‘hij of zij’ of laat je het geslacht helemaal in het midden? Al decennialang strugglen we met de vraag of we onderscheid moeten maken tussen ‘verpleger’ en ‘verpleegster’. Want is het nu juist vrouwoneerbiedig om voor vrouwen een apart woord te hebben of om geen onderscheid te maken?

Winkelmedewerkers en caissières

Als ik naar de winkel ga, dan heb ik het over ‘winkelmedewerkers’ en ‘caissières’, geen ‘medewerksters’ en ‘cashiers’. Ook breng ik een bezoekje aan een ‘arts-assistent’, maar zeg ik niet snel op bezoek te gaan bij een ‘arts-assistente’. Dat terwijl ik het beroep van tandartsassistent steevast met een vrouw associeer en achter dit woord dan ook standaard de vrouwelijke uitgang ‘-e’ plak. Het moge duidelijk zijn: mijn taalgebruik is niet altijd even genderneutraal.

Twee opties openhouden

Volgens sommigen hoor je in je taalgebruik altijd twee opties open te houden: iemand kan een man of een vrouw zijn. Je zou het dus moeten hebben over ‘een psycholoog of psychologe’ in plaats van over ‘een psycholoog’. Of benadruk, zoals in het voorbeeld aan het begin, steeds ‘hij of zij’. Zo zou je altijd goed zitten.

Omslachtige zinnen

Op zich geen probleem, zou je denken. Maar er is één ding waar ik voornamelijk mee worstel in deze kwestie. Je tekst wordt onnodig lang en omslachtig als je overal de mannelijke en de vrouwelijke optie moet geven. ‘Ik bezoek vandaag een psycholoog of psychologe. Hij of zij zal me helpen met zijn of haar methode’. Ik heb het idee dat in deze zin de nadruk veel meer komt te liggen op de vraag of het om een man of vrouw gaat dan om het feit dat je een psycholoog (of psychologe!) bezoekt.

Altijd de vrouwelijke variant gebruiken

Goed, dan is er nog een optie. Een duidelijk feministisch uitgangspunt is om altijd de vrouwelijke vorm van een woord of ‘zij’ te gebruiken. Dan ga je dus altijd naar een ‘psychologe’, of het nu om een man of een vrouw gaat. En die arts-assistent waarvan je het geslacht niet weet, die noem je gewoon ‘zij’. Op zich zit er iets in. Waarom zouden we er immers altijd voor het gemak van uitgaan dat iemand een man is? Met diezelfde gemakzucht kun je iedereen als vrouw beschouwen.

Juf en meester

Hoe vrouwvriendelijk ik dit statement ook vind, toch denk ik dat ik het voorlopig bij het mannelijke uitgangspunt houd. Geen genderneutraal schrijven dus voor mij. Misschien uit pure gemakzucht, misschien uit een gebrek aan hang naar feminisme. Voor mij is een ‘winkelmedewerker’ geen ‘medewerkster’ en een ‘arts-assistent’ is voor mij geen ‘arts-assistente’. Eén uitzondering daargelaten: de juf en de meester. Al is het alleen maar omdat ‘juf’ niet de verkeerde associaties opwekt die ik bij ‘meesteres’ krijg.

Dit artikel is geschreven door Romy Veul, stagiaire op de webredactie van Tekstblad, blogger en editor van scripties van studenten.

Tags