Afbeelding
Hoe kun je plagiaat opsporen in een tekst?
Iedereen heeft vast weleens van grote plagiaatzaken gehoord. En de meeste studenten is ook veelvuldig op het hart gedrukt om nooit plagiaat te plegen. Maar wat is plagiaat nu eigenlijk? Welke vormen van plagiaat bestaan er en hoe kun je die opsporen?
Wat is plagiaat?
Coulthard en Johnson (2007, p. 185) definiëren plagiaat als volgt: een schrijver verbergt de een-op-eenrelatie die er eigenlijk is tussen zijn tekst en een bron en claimt in plaats daarvan dat het zijn eigen tekst is. Er zijn echter twee problemen bij het definiëren van plagiaat:
- Plagiaat hoeft niet per se te betekenen dat een tekst woord voor woord is overgenomen.
- Er is niet altijd sprake van bewust plagiaat.
Een algemeen uitgangspunt bij plagiaat is het principe van Chomsky van ‘uniqueness of utterance’. Hierbij gaat men ervan uit dat ieder persoon die over hetzelfde onderwerp schrijft daarvoor andere bewoordingen gebruikt. Dit betekent dat hoe meer twee teksten op elkaar lijken, des te groter de kans is dat een van de twee teksten op de andere tekst is gebaseerd.
Vormen van plagiaat
Plagiaat kan verschillende vormen aannemen. Een aantal voorbeelden daarvan zijn direct plagiaat, zelfplagiaat, mosaic plagiarism en accidental plagiarism. Wat houden die vormen van plagiaat in?
Direct plagiaat
Bij direct plagiaat is een tekst letterlijk, dus woord voor woord, overgenomen door een schrijver. Deze vorm van plagiaat is uiteraard het meest gemakkelijk op te sporen.
Accidental plagiarism
Zoals de naam al doet vermoeden, is accidental plagiarism een vorm van plagiaat waarbij je oprecht bent vergeten om een bron te vermelden of per ongeluk de tekst iets te letterlijk hebt overgenomen. Toch is er ook hierbij sprake van plagiaat. Daarom kun je bij twijfel maar beter altijd een bron vermelden.
Mosaic plagiarism
Mosaic plagiarism is lastiger op te sporen. Dit houdt namelijk in dat iemand losse zinnen of alinea’s uit het werk van een ander samenvoegt. Daar maakt de schrijver dan een nieuwe tekst van zonder toestemming van de auteur of zonder bronvermelding. Mosaic plagiarism kan ook inhouden dat iemand een tekst heeft overgenomen en daarin een aantal woorden heeft vervangen door synoniemen. Daarbij vervangen ze vaak de natuurlijke, veelvoorkomende woorden door woorden die minder vaak voorkomen. Wel is dit moeilijk te bewijzen, omdat de ene persoon nu eenmaal andere woorden gebruikt dan de andere persoon.
Zelfplagiaat
Een plagiaatpleger kan niet alleen de tekst van een ander (gedeeltelijk) overnemen, maar ook zijn of haar eigen werk. Dit komt bijvoorbeeld weleens voor bij studenten, die stukken uit eerder goed beoordeeld werk gebruiken in meer recente werkstukken.
Hoe kun je plagiaat opsporen?
Er zijn verschillende manieren om plagiaat in een tekst op te sporen. De eerste manier is de mate van lexicale overlap bepalen, oftewel in hoeverre stukken tekst letterlijk overeenkomen. Zoals gezegd, is dit echter niet voldoende om bijvoorbeeld mosaic plagiarism op te sporen. Een tweede manier is om te kijken naar de gedeelde woorden in twee teksten. Je kijkt dan welke inhoudelijke woorden (dus alle woorden op de functiewoorden na) in beide teksten voorkomen. Daarbij is het de bedoeling dat je kijkt naar types in plaats van tokens. Dit betekent dat je elk woord in de tekst maar één keer telt. In de zin ‘Dat gekke meisje droeg dat gekke jurkje’ staan bijvoorbeeld maar vijf types, omdat de woorden ‘dat’ en ‘gekke’ beide twee keer in de zin staan. Op die manier kun je bepalen of er een kans is dat een tekst het resultaat is van plagiaat.
Bronnen
Coulthard, M., & Johnson, A. (2007). An Introduction to Forensic Linguistics: Language in Evidence. New York: Routledge. Unplag.com