Afbeelding
Vlamingen passen hun taalgebruik aan aan de Nederlander, andersom niet
Als Nederlanders en Vlamingen met elkaar in gesprek gaan, zal de Vlaming zich op een gegeven moment aanpassen aan het taalgebruik van de Nederlanders, maar andersom zal dit niet gebeuren. Dit heeft professor Marc Swerts met zijn team op een creatieve manier onderzocht.
Swerts deed onderzoek naar de aanpassingen in woordgebruik die Nederlanders en/of Vlamingen deden tijdens een gesprek. Het viel Swerts namelijk op dat hij als Belg wel eens gecorrigeerd werd op zijn Vlaams Nederlands, maar andersom gebeurde dit nooit. Ook viel het hem op dat hij na verloop van tijd zelf ook meer Nederlandse woorden ging gebruiken in plaats van Vlaamse. Toen wilde Swerts, samen met een aantal van zijn studenten, onderzoeken of Vlamingen zich echt vaker aanpassen aan het taalgebruik van de Nederlanders.
Zeeslag
Swerts en zijn team lieten verschillende duo’s, waarvan één Nederlander en één Vlaming, een versie van zeegslag via Skype spelen. De duo’s kenden elkaar niet en hadden de camera’s uitstaan, dus werden ze niet beïnvloed door het beeld van elkaar. De onderzoekers gebruikten speciaal icoontjes waar Nederlanders andere woorden voor gebruiken dan Vlamingen zoals magnetron en microgolven, krat bier en bak bier of bank en sofa. Maar ook woorden die ze anders uitspreken of een andere klemtoon opleggen zoals tram, bikini of salami.
Als 0-meting werd de kandidaten gevraagd om de icoontjes op te noemen, om erachter te komen hoe de kandidaten de woorden normaal uitspreken.
Resultaten
Daarna werd het spel gespeeld. Uit de test bleek dat na verloop van tijd de Vlamingen zich aan gingen passen aan de woordkeuze van de Nederlanders, maar andersom gebeurde dit niet.
De uitkomst van het onderzoek zegt wat over de taalonzekerheden tussen het Vlamingen en Nederlanders. Hier zijn een paar mogelijke verklaringen voor. Officieel bestaat er geen Vlaamse taal, maar is het Belgisch Nederlands. In de jaren 60 en 70 werd het ‘correct’ Nederlands veel gepropageerd in de Vlaamse media. In de hoogtijdagen waren er tv- en radioprogramma’s, speciale taalrubrieken in de krant, het taaltijdschrift Bouw (voornamelijk bedoeld voor scholieren), allerlei taaltijdschriften en Nederlands lessen die het ABN-taalgebruik vooropstelden. Door deze rigide houding in combinatie met het feit dat de standaardtaal nog steeds veel in de media wordt gebruikt, voelen veel Vlamingen zich mogelijk onzeker over hun eigen taalgebruik, met name tegenover Nederlanders.
In Vlaanderen is de dialectafname ook een stuk later begonnen dan in Nederland, dus veel dialect is nog geïntrigeerd in de taal.
In de loop der eeuwen is het Vlaams ook steeds meer op het Nederlands gaan lijken. Natuurlijk hebben Vlamingen en Nederlanders nog steeds verschillende benamingen voor bijvoorbeeld personen, dieren, objecten of gevoelens, maar vergeleken met de afgelopen eeuwen is dit verschil minder groot.
Nog lang niet uitgepraat
We weten nu dus dat Vlamingen het Nederlandse woordgebruik sneller overnemen vanwege taalonzekerheid, maar dit onderzoek roept ook nieuwe vragen op bij Swerts. Hoe bewust nemen de Vlamingen woorden over? En doen ze dit van harte, of met tegenzin? Genoeg ruimte dus voor vervolgonderzoek volgens Swerts.
Bronnen: Tilburg University, Scientias, Vrije Universiteit Berlijn.