Nieuws - 6 februari 2017
Niet alleen doven en slechthorenden gebruiken gebaren: eigenlijk maakt bijna iedereen gebruik van handgebaren tijdens het spreken. Denk bijvoorbeeld aan een duim opsteken of naar iemand wijzen. Tot nu toe was er in taalkundig onderzoek echter nauwelijks aandacht voor deze handgebaren. Kasper Kok van de Vrije Universiteit van Amsterdam bracht hier verandering in en onderzocht de rol van gebaren binnen de grammatica. Hij kwam tot de conclusie dat handgebaren een taal op zich zijn mét een eigen grammatica.