Afbeelding

Vrouw schrijft in notitieboek

Foto: Andrea Piacquadio via Pexels

Inclusief schrijven: hoe pak je het aan?

Code Diversiteit en Inclusie schreef de Handreiking Waarden voor een nieuwe taal, waarin handvatten staan voor het gesprek over inclusie, toegankelijkheid, gelijkwaardigheid en vrijheid. Ook de Nederlandse taal wordt hierin besproken. Hoe pak je inclusief schrijven aan volgens deze handreiking? 

1.    Dekoloniseer de Nederlandse taal

“De Nederlandse taal zit vol (neo-)koloniale residuen en woorden met een pijnlijke geschiedenis. Hoewel het hier om een gedeelde geschiedenis gaat, is de pijn niet voor iedereen gelijk. Het woord ‘blank’ wordt bijvoorbeeld al eeuwenlang omschreven als ‘rein’, ‘zuiver’ en ‘schoon’,” zo staat in de handreiking te lezen. Een paar suggesties die genoemd worden: “Gebruik ‘wit’ in plaats van ’blank’ en ‘zwart’ in plaats van ‘bruin/donker’.”

2.    De nieuwe taal kent meer dan twee genders

“De Nederlandse taal kent geen aanspreekvorm voor non-binaire en/of genderqueer en genderfluïde personen. Zo is er geen alternatief voor ‘mevrouw’ en ‘meneer’ en erkent de Nederlandse staat geen derde gender.” Anders dan in het Engels waar je kan kiezen voor de aanspreekvorm they/them. Schrijf bijvoorbeeld ‘beste lezer’ en schrijf bij een vacature ‘collega gezocht (x/v/m)’.

3.    Een persoon is wie die zegt te zijn, niet wat anderen daarvan maken

De Code Diversiteit en Inclusie schrijft: “Zelfbenoemde identiteiten zoals huidskleur, gender, religie, afkomst, seksuele voorkeur en beperking staan niet ter discussie.”

4.    Een persoon heeft een beperking, maar is niet beperkt

Schrijf bijvoorbeeld ‘lichamelijke, zintuigelijke, mentale en/of verstandelijke beperking’ in plaats van ‘handicap’ of ‘gehandicapt’. Of schrijf dat iemand ‘ADHD heeft’ en geen ‘ADHD’er’ is. Kies voor ‘tolk Nederlandse gebarentaal’ in plaats van ’doventolk’ of ‘gebarentolk’.

5.    Mensen zijn mensen

“Taal gaat vaak over perspectief. We zijn gewend om vanuit onszelf naar de wereld te kijken en die vanuit ons eigen referentiekader te duiden,” staat te lezen. Als tekstschrijver moet je je daar bewust van zijn. Probeer dus breder te kijken dan je eigen perspectief. Desnoods kan je iemand anders vragen voor een second opinion op je geschreven stuk. 

6.    Doorbreek kleinering, uitsluiting en seksisme

Een aantal voorbeelden: 
• ‘Meisjes’ (voor vrouwen boven de 16 jaar) 
• ‘Jongens’ en ‘gozers’ voor witte mannelijke adolescenten versus ‘gastjes’ en ‘jochies’ voor adolescenten van kleur. 
• ‘Ze runt een bedrijf’ in plaats van ‘ze runt een bedrijfje’.

7.    De nieuwe taal wordt gemaakt voor en door iedereen

Ook roept de Code op om de Nederlandse taal te maken voor iedereen met duidelijkere regels voor bijvoorbeeld lidwoorden. Voor veel mensen met een migratie- of vluchtelingenachtergrond is de taal erg lastig, waardoor ze discriminatie ondervinden, meent de Code Diversiteit en Inclusie.

De andere punten lezen?

Om alle voorbeelden en meer aandachtspunten te lezen, kan je de volledige handreiking lezen