Afbeelding

Twee vrouwen zitten aan een tafel te praten

Foto: EKATERINA BOLOVTSOVA via Pexels

Vormt de taal die we spreken onze manier van denken?

Deze vraag is al eeuwen oud. Shakespeare liet Julia zeggen “That which we call a rose, by any other name would smell as sweet”, waarbij hij suggereert dat het gebruik van een ander woord voor een ‘roos’, niets afdoet aan de geur van de bloem. Maar verandert een woord dan echt niet onze perceptie van de werkelijkheid? Cognitief wetenschapper Lera Boroditsky deed hier onderzoek naar en laat in haar TED Talk voorbeelden zien van de wisselwerking tussen taal en perceptie. 

Het herkennen van kleuren is anders

In het Engels vallen alle tinten blauw onder de noemer blue, terwijl het Russisch verschillende woorden kent voor lichtblauw (goluboy) en donkerblauw (siniy). Doordat Russen vanuit hun taal gewend zijn om deze verschillen te herkennen, zullen ze dit ook sneller doen dan een Engelsman die naar dezelfde tint blauw staat te kijken. Dit verschil is ook terug te zien in hersenonderzoeken. Wanneer een Russisch sprekend persoon kleuren zag verschuiven van lichtblauw naar donkerblauw, gaf het brein een verbaasde reactie: “Oh, dit is een nieuwe categorie”.

Zelfstandige naamwoorden 

Meerdere talen kennen mannelijke en vrouwelijke zelfstandige naamwoorden. Maakt dit een verschil in de perceptie van deze woorden? Jazeker, meent Boroditsky. Ze neemt als voorbeeld het woord ‘brug’ dat vrouwelijk is in het Duits, maar mannelijk in het Spaans. Wanneer er werd gevraagd om een brug te omschrijven, hadden Duitsers de neiging woorden als ‘mooi en elegant’ te gebruiken. Typisch vrouwelijke woorden. Terwijl een Spanjaard dezelfde brug zou omschrijven als ‘sterk en lang’, wat weer woorden zijn die worden geassocieerd met mannen. 

Gebeurtenissen beschrijven

Niet alleen heeft taal invloed op het beschrijven van zelfstandige naamwoorden, het kan ook zorgen dat mensen die verschillende talen spreken, een gebeurtenis anders onthouden. Boroditsky laat een foto zien van een man die een vaas omstoot terwijl hij een foto wil maken van een andere vaas. Engelsen omschrijven de gebeurtenis vaak als ‘hij brak de vaas’, terwijl een Spanjaard waarschijnlijk zou zeggen ‘de vaas is gebroken’. Dit verschil heeft ook invloed op ooggetuigenverklaringen. Beide zijn geneigd om de gebeurtenis anders te onthouden. Een Engelsman zal eerder onthouden wie de dader was, terwijl de Spanjaard zal benadrukken dat het een ongeluk was. Nog zoiets, vertelt Boroditsky: “In het Engels zeg je I broke my arm, wat klinkt alsof je expres moeite hebt gedaan om je arm te breken. In veel andere talen is dit vreemd.”

Verlies van talen

Over de hele wereld kennen we zo’n 7000 talen. Dat klinkt als veel, maar Boroditsky benadrukt dat het zonde is dat we een grote diversiteit aan talen aan het verliezen zijn. “Er wordt gezegd dat we elke week een taal verliezen en dat de helft van de talen verdwenen zullen zijn over een eeuw.”

Wil je de hele TED Talk zien met alle voorbeelden?